Sinds 1 januari 2018 heeft de melkveehouderij er een nieuw recht bij: het fosfaatrecht.
Het fosfaatrecht is, kort gezegd, het recht om met melkvee fosfaat te produceren.
Het fosfaatrecht wordt door de minister LnV toegekend aan de melkveehouder en geregistreerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO).
Het fosfaatrecht is overdraagbaar. De melkveehouder kan dus besluiten ‘zijn’ fosfaatrecht aan een ander over te dragen. Dat betekent dat er in het fosfaatrecht gehandeld kan (en zal) worden.
Er zijn nog wel wat juridische vragen te beantwoorden. Zoals:
Over al die vragen is door de minister, toen hij de regeling invoerde, niet nagedacht. Het fosfaatrecht wordt toegekend aan ‘het bedrijf’ en that’s it. ‘De praktijk’ moet zich met de verdere vragen maar zien te redden.
Toch zijn die vragen nogal belangrijk. Omdat het om grote belangen kan gaan, worden deze vragen (dan maar) voorgelegd aan de (pacht-)rechter, eventueel in een proefproces. Op die manier krijgt ‘de praktijk’ ten minste een richtlijn.
Zo is kort geleden (op 26 maart 2019) een uitspraak gedaan over de vraag of de verpachter recht heeft op het fosfaatrecht als de pachtovereenkomst eindigt (Pachthof Arnhem-Leeuwarden, vindplaats ECLI:GHARL:2019:2544).
Kort samengevat houdt de uitspraak in dat fosfaatrechten ook bij het einde van de pachtverhouding ‘in principe’ voor de pachter zijn.
Maar er is een uitzondering: als de verpachter ‘substantieel heeft bijgedragen’ aan de totstandkoming van het fosfaatrecht, zijn deze niet ‘automatisch en volledig’ voor de pachter. Er gelden een paar voorwaarden (moeilijk geformuleerd) waaronder de fosfaatrechter voor de verpachter zijn. Daarop kom ik verderop terug.
Het lijkt dus een eenvoudige regel (fosfaatrecht is van de pachter), maar er zitten wel een paar dikke adders in het gras!
Om de uitspraak te begrijpen, eerst een paar opmerkingen. Als volgt:
De vraag is nu of ‘dit systeem’ ook op fosfaatrecht toepasselijk gemaakt kan worden.
Het is niet zomaar logisch om dat te doen. Immers: fosfaatrechten zijn niet ‘in de plaats van’ melkquota gekomen. Het lijkt wel op elkaar, maar het is niet hetzelfde.
Een opvallend verschil is dat melkquota zijn verbonden met voor de melkproductie gebruikte grond. Er gold zelfs een concrete hoeveelheid heffingsvrije melk per hectare. Terwijl fosfaatrechten zijn toegekend aan een bedrijf. Een bedrijf bestaat (vrijwel altijd) uit grond en gebouwen. Hoe moet het nu met de verdeling als de melkveehouder eigenaar is van gebouwen, maar pachter van de grond of omgekeerd? Of als hij slechts eigenaar is van een deel van de gebouwen?
De rechtspraak over verdeling van productierechten heeft altijd een voorkeur gehad voor afgeronde, gemakkelijk te hanteren percentages. Gewoon de helft. Of, als de pachter gebruik maakt van zijn voorkeursrecht: een kwart. Dat voorkomt ellenlange discussies en allerlei ingewikkelde deskundigenonderzoeken.
Maar dat neemt niet weg dat verdeling op basis van eenvoudige regels en afgeronde percentages niet altijd mogelijk is.
Fosfaatrechten zijn in beginsel van de pachter. Er is geen reden fosfaatrecht aan de verpachter over te dragen bij het einde van de pacht.
Alleen als de verpachter ‘langdurig’ bedrijfsmiddelen aan de pachter ter beschikking heeft gesteld die voor het bedrijf van de pachter ‘van overwegend belang zijn’, dan heeft de verpachter aanspraak op fosfaatrecht.
Dit moest wel geconcretiseerd worden. Onder de volgende voorwaarden is de pachter verplicht tot overdracht aan verpachter:
Tot zover de regeling.
In de eerste plaats: dat het bar ingewikkeld is.
In de tweede plaats: de rechter is hier als regelgever aan het woord. De rechter stelt normen vast. Eigenlijk is dat niet een taak van een rechter. De rechter hoort eigenlijk een rechtstoepassende instantie te zijn. Nu echter de Minister op alle vragen die zijn ontstaan geen antwoord geeft, moet er toch iemand zijn die het doet.
In de derde plaats: de uitzonderingen zijn zo ruim geformuleerd dat ‘de regel’ (fosfaatrecht is van de pachter) helemaal niet eens op gaat.
In de vierde plaats: de regels zijn ten minste wel concreet. In zover is de praktijk wel geholpen.
Mocht u vragen hebben over pacht en fosfaat, neem dan contact op met mr. J.H. (Jaap) van der Meulen
Door deze website te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.